Mollusken of weekdieren vormen een stam van ongewervelde dieren met een week lichaam en in de regel een uitwendig kalkskelet (schelp). Het is na de geleedpotigen de stam met de meeste soorten. Mollusken zijn goede milieu-indicatoren en bruikbaar voor het reconstrueren van de facies (het karakter van het gesteente). Molluskenonderzoek – ook wel malacologie genoemd – is nuttig voor archeologen omdat de kalkskeletten van mollusken, zoals schelpen en slakkenhuizen, als fossiel goed bewaard blijven en, in de buurt van waar vroeger water was, vaak in grote getalen aanwezig zijn. De kwantiteit, gecombineerd met het grote aantal soorten met een voorkeur voor een bepaald milieu, heeft tot gevolg dat de archeologie ze goed kan gebruiken voor onderzoek naar dieet, seizoensmatige exploitatie, milieu- en klimaatreconstructie alsook de aanwezigheid van maritieme en zoetwaterstromen. Daarnaast werden schelpen ook als grondstof gebruikt voor kleurstoffen, containers, wegverharding, bouwmateriaal, kleimagering en meer.